Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Z+W TV ‘Als je niet wilt praten over seksualiteit moet je geen hulpverlener worden’

‘Met het bespreekbaar maken van seksualiteit overwin je jouw eigen handelingsverlegenheid.’ Met die stelling presenteert Mathieu Heemelaar het handboek: “Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening”. Dit is de zesde druk van het handboek voor hbo-opleidingen social work en andere opleidingen. Het thema hulpverlening en seksualiteit is nog steeds en steeds meer actueel. ‘Ook voor de hulpverlener geldt: Je geeft altijd je eigen grens aan.’

‘Er bestaan 100 mythes over seksualiteit, van masturbatie die leidt tot ruggengraatkanker tot het optimale vrouwelijke genot bij een lang mannelijk geslacht’, zegt Mathieu Heemelaar. ‘In dit handboek worden al die mythes ontkracht. Maar nog belangrijker zijn de hoofdstukken over hoe je jouw cliënt het beste kunt begeleiden als er vragen zijn over seksualiteit of als er sprake is van misbruik.’ De kern van dit handboek is: Het professionele gesprek over seksualiteit is het uitgangspunt. Verder geeft het handboek “Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening” een leidraad en achtergrond om seksuele en intieme thema’s te bespreken, te analyseren en de eigen rol van de professional kritisch te beschouwen.

Gesprek over seksualiteit

De voorwaarde voor elk gesprek tussen professional en cliënt, zegt Heemelaar in dit interview voor Z+W TV, ‘is dat de cliënt altijd zelf aangeeft of hij of zij behoefte heeft aan een gesprek over seksualiteit. In de jeugdhulp bijvoorbeeld kun je niet als hulpverlener functioneren als je niet wilt praten over seksualiteit. Jongeren willen niks liever dan over dat onderwerp praten, hebben er veel vragen over en vaak ook problemen. De hulpverlener moet altijd aangeven dat hij of zij open staat voor zo’n gesprek. Je moet een houding hebben van: “Je kunt bij mij terecht en het is prima om erover te praten”. Als je dat niet doet dan verdwijnt het onderwerp in de taboesfeer en durven jongeren er zelf niet meer over te beginnen.’

Seksuele gevoelens

Het hele sociale werkveld kan te maken krijgen met het thema seksualiteit en intimiteit, zegt Heemelaar. Iedereen heeft seksuele gevoelens, ook cliënten, ‘Al is dat bijvoorbeeld in de verstandelijke gehandicaptenzorg lange tijd ontkend’, zegt hij. Om het thema goed te kunnen bespreken heb je in de eerste plaats kennis van zaken nodig. ‘In het boek zijn daarom enkele hoofdstukken over seksuele vorming en je eigen seksuele identiteit opgenomen.’

Eigen seksuele vorming

En als de hulpverlener het helemaal niet prettig vindt om over seksualiteit en intimiteit te spreken? ‘Hoe je praat en of je open kunt zijn voor een professioneel gesprek over seksualiteit hangt voor een groot deel ook af van je eigen seksuele vorming. Dat gaat over je eigen seksuele opvoeding, maar ook over socialisatie, over de positieve en negatieve kanten van jouw ervaringen met seksualiteit. Mijn studenten krijgen les in hoe je het gesprek over seksualiteit en intimiteit kunt voeren. Je ziet dat als je zelf open bent, dat je cliënten ook het vertrouwen krijgen om erover te praten.’

Solarosi

In het Z+W interview geeft Mathieu Heemelaar uitleg over het Solarosi-model: De 8 houdingsaspecten die elke hulpverlener nodig heeft om het professionele gesprek over seksualiteit en intimiteit te voeren.

Meer informatie over het boek en over het Solarosi-model kun je vinden op www.mijn.bsl.nl >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.